Kwintsheul
Kwintsheul in de eerste, tweede en derde eeuw – de Romeinse tijd
In de eerste eeuw na Christus vestigden zich de eerste mensen in onze streken, voornamelijk op de oeverwallen van de Gantel-geulen. Gronden werden in cultuur gebracht. De Romeinen hielden hun veroverde gebieden onder controle door de aanleg van wegen en kanalen. Zo werd een kanaal gegraven van de Rijn naar de Maas. Zeer waarschijnlijk liep het tracé hiervan via het Oosteinde – Herenstraat – Heulweg – door het huidige Kwintsheul – via de Middel Broekweg naar een haven in Naaldwijk. Langs dit tracé zijn ook veel archeologische vondsten gedaan. De belangrijkste bewoningsperiode in het Westland was de tweede en derde eeuw, waarna hieraan plotseling een einde kwam.
Kwintsheul in de twaalfde en dertiende eeuw
Na de overstroming in het Westland van 1134 startte men met ontginnen door het graven van de Zweth als afwateringskanaal. Tevens werd een begin gemaakt met de bedijking van de Gantel. De Mariëndijk was een deel van de zuidelijke bedijking. De gronden van het huidige dorp Kwintsheul lagen zo hoog dat dit functioneerde als een natuurlijke waterkering. De Oud- en Nieuw Wateringveldsche polder en de Oude – en Nieuwe Broekpolder werden ontgonnen. De oude Romeinse weg (Heulweg – Middel Broekweg) diende als achterkade. De kloosters en abdijen speelden een grote rol bij de ontginningen. De oudste abdij in het Westland, die van Loosduinen, werd gesticht rond 1230 en had twee uithoven. Een daarvan lag in Kwintsheul aan de huidige Kerkstraat op de locatie waar bakkerij Bom zat, op de hoek van de huidige Vorkotterstraat.
Kwintsheul in zestiende, zeventiende en achttiende eeuw
Tot de Reformatie in 1572 waren de meeste landerijen rondom Kwintsheul in bezit van kloosters zoals die van Loosduinen, Rijnsburg en Leeuwenhorst. Hierna kwamen veel van deze gronden aan de Staat en werden ze veelal verkocht / verleend aan aristocratische families. Soms bouwden deze families hier buitenplaatsen en verpachtten ze de landerijen.
Vanaf 1600 vestigden zich op de kruising van de vaarwegen Holle en Lange Watering en de weg van Wateringen naar Naaldwijk zowel schippers als pachters. In de zeventiende en achttiende eeuw werden veel stukken wei- en teelland omgezet in boomgaarden. Kwintsheul groeide mee met de tuinbouw en handel. Ook werden enkele buitenplaatsen aangelegd.
Van vier naar een gemeente
Bij het ontstaan van het Nederlandse koninkrijk in 1813 was het huidige Kwintsheul onderdeel van vier gemeenten. Het noordelijk deel hoorde bij gemeente Monster met landerijen aan weerzijden van de Holle Watering. Het deel dat ten noorden van het Groene Pad lag viel echter onder de gemeente Loosduinen, dat in 1923 deel van ‘s-Gravenhage werd. Het gebied ten westen van de lijn Hoenderparklaan – Kerkstraat – Pastoor Vinkesteynstraat maakte deel uit van de gemeente Naaldwijk. Het oostelijk en zuidelijk deel lag in gemeente Wateringen. Na een strijd van 150 jaar kwam op 1 juli 1957 Kwintsheul eindelijk in zijn geheel onder één gemeente te vallen: Wateringen.
Sinds 1 januari 2004 is Kwintsheul een van de elf kernen van de nieuwe gemeente Westland.